Home » Ook belangrijk » De energievector, ofwel waarom worden wij zo moe van reorganisaties ?

De energievector, ofwel waarom worden wij zo moe van reorganisaties ?

Mocht u bij een ambitieus bedrijf werken waar het management iedere vijf jaar wordt vervangen, dan herkent u onderstaand probleem. De reden dat het management wordt vervangen is meestal niet dat ze niet goed functioneren:  ze krijgen namelijk altijd bijzonder veel lof van het nog hogere management, wat aangeeft dat ze prima functioneerden, en het een aderlating is voor het bedrijf dat het beste management vertrekt. Vaak weet de werkvloer wel beter, al kennen ze zelden de echte reden.

Een manager werkt vooral aan zich zelf. Door iedere vijf jaar te rouleren van managementbaan, kan hij het geleerde opnieuw in de praktijk brengen bij een nieuwe organisatie. Hierdoor doet hij (mag ook zij zijn) veel ervaring op. Wat niet onbelangrijk is, is dat na vijf jaar het effect van zijn maatregelen nog niet zichtbaar is. Vandaar die positieve huilverhalen als hij vertrekt. Langer dan vijf jaar moet hij ook niet blijven zitten, want dan geldt bovenstaande regel niet meer, en moet hij vertrekken.

De nieuwe manager komt binnen en constateert dat het zo echt niet langer kan; de vorige manager heeft kennelijk toch een puinhoop achtergelaten. De werkvloer weet van niks, maar ziet de bui al hangen: we gaan weer reorganiseren.

Wat doet de reorganiseren nu met de medewerker ? Stel je solliciteert op een vacature en bent razend enthousiast vanwege het type werk, de sfeer, de cultuur (en de secundaire arbeidsvoorwaarden) en je kiest dus doelbewust voor die baan. Vol energie ga je aan de slag. Binnen vijf jaar komt die nieuwe manager die constateert dat het allemaal anders moet. Hierdoor vervallen deels de redenen waarvoor je juist voor die baan hebt gekozen. Maar loyaal als je bent, laat je je energie anders richten, en probeer je je enthousiasme ergens anders uit te halen. Anderen vertrekken misschien direct maar daar is wel veel lef en een gezonde arbeidsmarkt voor nodig.

Na enkele reorganisaties is je energievector zo ver verdraaid van de oorspronkelijke richting, dat je energie niet meer bijdraagt aan de richting die het bedrijf op wil, en zeker niet bijdraagt aan je persoonlijke geluk. Jouw persoonlijke energievector en die van het bedrijf staan dan haaks op elkaar. Je produceert enkel nog blindvermogen, en komt terecht in een neerwaartse spiraal. Blindvermogen is de energie die geen arbeid verricht, maar wel bijdraagt aan allerlei verliezen.

Om het even wat simpeler uit te leggen moet ik naar de elektrotechniek teruggrijpen. We weten allemaal dat vermogen het product is van stroom maal spanning.

P = I x U

met P = vermogen in Watt, I=stroom in Ampere, U is spanning in Volt.

Voor wisselspanning geldt dat de hoek (faseverschil) tussen de stroom en de spanning roet in het eten kan gooien, het effectieve vermogen wordt dan :

Peff = I x U x cos(φ)

Zodra φ = 90°, dan is cos(φ) gelijk aan 0, en wordt er dus geen effectief vermogen meer geproduceerd. Omdat de natuurkunde symmetrisch is, kan wiskundig beredeneerd worden dat er ook een vermogen moet bestaan volgens de volgende formule :

Pblind = I x U x sin(φ)

P is hier niet het effectieve vermogen maar wat we gemakshalve aanduiden met blindvermogen. Als φ gelijk is aan 0° (stroom en spanning zijn ‘in fase’) dan is het blindvermogen 0. Als φ gelijk is aan 90° (haakse hoek), dan is het bindvermogen maximaal.

Als je met al je goede bedoelingen blindvermogen gaat produceren, dan wordt het tijd voor een andere baan. Kennisdrain voor het bedrijf is het gevolg, maar dat is het probleem van de volgende manager.

Naar Wetenschappelijke namen